|

Op deze webpagina staan de volgende onderwerpen, scroll down:
Deel 1 - Voordat je begint:
- Inleiding
- Begrippen
- Tips voor montage
- Gereedschap
- Support
- Conflicten op COM-poorten
- LED's en weerstanden
- Soldeertips
Deel 2 - Bouwen en configureren:
Let
op - Lees, voor je begint met bouwen, eerst de hele bouwinstructie
even door voor de basis boards en stack boards waarmee je aan de slag gaat.
Dan weet je wat je gaat tegenkomen en wat je eventueel aan gereedschap,
bedrading, kleine materialen, et cetera, nodig hebt. Deze website heeft
geen Q&A sectie omdat alle relevante
vragen die gesteld zijn, verwerkt zijn in de bouwbeschrijvingen.
Inleiding
Dank voor je aanschaf van een stack module! Een integraal aansturingsysteem
voor digitaal modelspoor! Met deze bouwinstructies kun je stap voor stap
je stack module(s) monteren en configureren. Let extra op bij de rood-witte
waarschuwingen, deze staan er niet voor niets, dat zijn belangrijke punten!
Elke bouwinstructie volgt deze stappen:
- Sectie
1, basis board:
- Bouwen
- Installeren testsketch
- Testen met de testsketch
- Installeren definitieve sketch
- Sectie 2,
stack board:
- Bouwen
- Nogmaals testen met stack board test & debug, met led's en een
weerstand of met een multimeter
-
Sectie
3, configureren:
- Configuratie in de modelspoorsoftware
- Nogmaals testen met stack board test & debug, met led's en een
weerstand of met een multimeter)
- Sectie 4, aansluiten
op de modelbaan:
- Aansluiten onderdelen zoals wissels, seinen, ontkoppelaars,
terugmelders, etc
- Combinatie stack module, modelspoorsoftware en baanaccessoires
testen
Let
op - Zorg er wel voor dat je altijd over de nieuwste versie van je
modelbaansoftware beschikt. Oudere versies ondersteunen lang niet altijd
de nieuwste technologieën!
Begrippen
In deze bouwinstructies worden de volgende begrippen gebruikt:
- Stack modules: dit modulaire systeem om digitale modelspoorbanen te besturen.
Stack modules is een geregistreerd handelsmerk.
- Basis board: een stack module basis board verzorgt het protocol van en naar
de besturingscentrale en/of de PC (DCC-EX, DCC-decoder, LocoBuffer).
- Stack board: een stack module die op een basis board geplaatst kan worden
en die de aansturing van de accessoires regelt (wissel, servo, ontkoppelaar,
DC-output, sein, relais, baanuitlichting, sensoren, etc) of die de terugmeldingen
van het spoor kan ontvangen (stroomdetectie, massadetectie, andere sensoren).
- Arduino IDE: dit is het programma (ontwikkelomgeving) waarmee je Arduino
boards en compatibles kunt programmeren in de programmeertaal C++.
- PCB: print circuit board, een printplaat voor elektronische onderdelen.
- Accessoires: daarmee bedoelen we de onderdelen van de modelspoorbaan die
je wilt aansturen. Zoals bv wissels, servo's ontkoppelaars, DC-outputs, seinen,
LED's, relais, pinnen, etc.
- Header: een rijtje female pinnen (2.54mm pitch).
- Pin header: een rijtje male pinnen (2.54mm pitch).
- Footprint: de voetafduk (afbakening) van een component op het PCB. Een footprint
geeft vaak ook informatie over montagerichting, polariteit, etc.
Tips voor montage
Denk bij het assembleren van stack modules aan de volgende zaken:
- Let op: bij het monteren en
solderen van elektronica, en dan mn chips (Nano's), gebruik je
altijd een antistatisch polsbandje dat geaard is. Statische
elektriciteit kan chips gemakkelijk onherstelbaar beschadigen.
- Begin eerst met de kleinste en platste delen zoals weerstanden,
diodes, etc.
- Monteer vervolgens de hogere componenten zoals IC's, transistoren,
led's, etc.
- En plaats dan de hoogste delen op het PCB, zoals pinheaders,
schroefterminals, etc.
- Deze werkwijze monteert vaak het prettigst omdat de onderdelen
dan op hun plaats blijven zitten als je het PCB omdraait en neer
legt om te
solderen.
- Tip: je kunt onderdelen die je wilt solderen ook tijdelijk op
hun plaats houden met een klein stukje isolatietape, dat je er
daarna weer afhaalt.
-
Gebruik voor aansluitdraden naar bv wissels, seinen,
ontkoppelaars, melders, et cetera, een draad met een dikte van bv
0,14mm2 (AWG26). Die maat past mooi in de KF128 schroefconnectoren en laat
zich ook gemakkelijk aankrimpen met Dupont krimpconnectoren
(pinnen). Dunnere draden worden al snel te 'ielig' en dikkere
bekabeling monteert soms lastig in de (schroef)connectoren.
Verspreidt aansluitdraden ook onder de baan, leg ze niet allemaal
bij elkaar in 1 klein kabelgootje. Monteer bv ook geen bekabeling
voor railspanning, voedingsspanning of wisselaansturing direct naast
die voor bv terugmelders en servo's.
- Indien je bedrading gebruikt icm de KF 301 of KF128
schroefterminals, strip de draad dan 4-5mm en vertin het uiteinde,
dan splitst de draad niet bij het insteken en vastzetten in de
schroefterminal.
- Zorg ervoor dat de PCB's nooit
(!) per ongeluk in contact kunnen komen met rails waar rijstroom op
staat. Dat klinkt erg logisch, maar toch valt er wel eens een PCB
tijdens het monteren of testen op de rails (ongeluk, klein hoekje,
etc). De kans op schade aan de elektronica is dan bijna 100%...
-
Check
altijd heel goed welke spanning je
waar aansluit. Een klein foutje in
een wirwar van (test)draden is snel gemaakt. 12v op een 5v pin van
een Nano betekent magic smoke (kapot dus). Bij elke
stroomaansluiting op de stack modules staat òf vermeld welke
spanning er nodig is (bv -5V+ of -12V+) òf er staat -DC+. In dat
laatste geval moet je er zelf voor zorgen dat de spanning binnen het
bereik van de aangesloten accessoires blijft (meten is weten en
datasheets zijn handig)... Twijfel je? Vraag het even aan ons!
Gereedschap
Voor
de montage van stack modules heb je klein gereedschap als tangetjes, een
schaar, draadstipper, schroevendraaiers, aansluitbedrading et cetera nodig.
Daarnaast zijn een goede soldeerbout (kleine punt, 2mm),
soldeertin geschikt voor elektronica en een (eenvoudige)
multimeter onmisbaar.
Daarnaast adviseren we om een stack board test & debug te gebruiken.
Dit board heeft 3 functies:
- Het dienst als testboard voor basis boards. Je kunt daarmee met
de test & debug sketch testen of het gemonteerde basis board alle pinnen
kan aansturen.
- Daarna kun je test & debug ook gebruiken op een basis board waarop
al een sketch staat voor bv wissels, ontkoppelaars, seinen, etc. De
LED's op het board laten dan precies zijn wat er op de outputs gebeurt.
Zo kun je veilig testen voordat je accessoires op de modelbaan ook echt
aansluit.
- En je kunt stack board test & debug ook nog gebruiken om stack boards
die je nog niet in bezit hebt te simuleren.
Zo kun je bv de sketch voor seinen of ontkoppelen op een basis board
zetten. En zonder dat je een stack board seinen of ontkoppelen hebt,
kun je via stack board test & debug gewoon seinen of ontkoppelaars aansturen
vanuit de modelspoorsoftware. De LED's laten dan precies zien wat er
op de outputs gebeurt.
Support
Mocht je ergens niet uitkomen of heb je nog vragen? Stuur dan een e-mail met
je vraag naar info@stackmodules.nl. Meestal kunnen we je per e-mail helpen.
Of anders maken we een afspraak voor een telefoontje (ook beeldbellen), communiceren we via WhatsApp
of we kunnen via Chrome Remote Desktop meekijken en -werken op jouw PC.
Lees
voor je begint met bouwen eerst de hele bouwbeschrijving door. Dan heb je een
beter beeld van het concept en de volgorde van monteren en testen. In de
bouwbeschrijving staan ook een aantal optionele tests. Die zijn niet strikt
noodzakelijk maar bieden wel een extra controlemoment en meer veiligheid.
Uiteraard krijg je volledige support op de montage en configuratie van de stack
modules en correcte werking in de modelspoorsoftware. Op het gebied van
besturingssystemen voor PC's (Mac, Win, Linux), de Arduino IDE en bv drivers
voor USB kunnen we natuurlijk wel tips geven, maar we kunnen nooit
verantwoordelijk worden gehouden voor de correcte werking op jouw PC. We gaan er
dus vanuit dat je zelf de verantwoordelijkheid
neemt voor de correcte werking van je PC, het besturingssysteem op die PC (incl.
USB-drivers), de Arduino IDE en je modelspoorsoftware.
Conflicten op COM-poorten
Als
je aan de slag gaat met de Arduino IDE en modelspoorsoftware (bv Rocrail of
iTrain) dan
kunnen er bij gelijktijdig gebruik van beide programma's verstoringen op de COM-poorten plaatsvinden. 1 van beide programma's houdt een COM-poort dan bezet
en het andere programma probeert die poort ook te gebruiken. Geeft je PC aan dat
een COM-poort niet te openen of te gebruiken is, sluit dan 1 van de programma's
(tijdelijk) af. Vaak helpt het ook al als je het scherm van de seriële monitor
in de Arduino IDE uitzet.
LED's en weerstanden
Op een aantal plaatsen in deze bouwbeschrijvingen wordt het testen van outputs
met losse led's met weerstanden genoemd (indien je geen stack board test & debug
hebt). Veilige minimale waarden voor weerstanden bij led's zijn: 150Ω bij 5v, 200Ω
bij 6v, 500Ω bij 12v, 700Ω bij 16v en 800Ω bij 18v. Afronden naar een hogere waarde
kan nooit kwaad!
Soldeertips
Voor degenen die niet zo ervaren zijn in het solderen van onderdelen op een PCB
hebben we wat soldeertips. Gebruik een soldeerbout met een kleine punt (2mm bv)
op een hoge temperatuur (350). Steek het onderdeel in het PCB en draai het board met de
soldeerzijde naar je toe en leg het neer (het component blijft dan op zijn plaats).
Zet de punt van de soldeerbout tegen zowel het soldeereilandje op het PCB als tegen
de draad van het ingestoken component. Verwarm ca. 1 seconde. Voeg dan, zonder de
soldeerbout weg te halen, een klein beetje soldeertin toe en wacht maximaal 3 seconde
tot de tin netjes uitvloeit. Haal nu de soldeerbout eraf en laat de tin afkoelen
en stollen. Gebruik soldeertin dat geschikt is voor elektronica en gebruik
nooit S39 vloeimiddel, dat beschadigt het PCB.

Goede en slechte soldeerverbindingen
De tijd die je nodig hebt om rustig 'éénentwintig' te zeggen duurt ongeveer 1
seconde. De gehele procedure is dus: bout erop, eenentwintig, klein beetje soldeertin
erbij, tweeëntwintig, drieëntwintig, vierentwintig, soldeerbout los. Rustig hardop
tellen. Wees zuinig met soldeertin. Vast is vast en dikke dotten tin hebben geen
zin... Probeer de bout nooit langer dan in totaal 4 seconden op het board te zetten,
door oververhitting kunnen componenten stuk gaan.

1 seconde verwarmen,
klik |
3 seconden tin,
klik |
Klik op de links om de bouwinstructies te openen:
Basis board - DCC-EX V2.1
Basis board - DCC-EX
I2C-client V2.2
Basis board - DCC-decoder
V2.1
Basis board - LocoBuffer-T LM311 centrale V2.1
Basis board - LocoClient-T LM311 V2.1
Klik op de links om de bouwinstructies te openen:
Stack board - Wissels V2.1
Stack board - Wissels
V2.2
Stack board - Ontkoppelen
V2.1
Stack board - Ontkoppelen
V2.2
Stack board - Seinen LED V2.1
Stack board - Seinen
LED V2.2 dimbaar
Stack
board - DC-outputs V2.1 (accessoires)
Stack board - Stroomdetectie V2.1
Stack board -
Stroomdetectie V2.2
Stack board - Test en debug V2.1
Stack board -
LocoBuffer hub V2.1
Test outputs stack board (optioneel)
Je
kunt nu de outputs van het stack board testen als je bv reeds een werkende Rocrail
of iTrain configuratie hebt. Heb je die op dit moment niet, sla deze stap dan verder over.
Deze extra test is alleen bedoeld voor stack boards met outputs (dus bv niet
voor het stack board stroomdetectie (dat is input) of het stack board LocoHub).
Plaats het stack board test & debug op het basis board
waarop de definitieve sketch voor bv wissels, ontkoppelaars, seinen, etc reeds
geüpload is en stuur de functies aan
vanuit de modelspoorsoftware. Via de led's van test & debug kun je precies zien wat de outputs
doen (dat ze niet omgekeerd pulseren bv). Indien alles oké is dan kun je het stack
board voor de wissels, ontkoppelaars, seinen, DC-outputs, servo's, relais & pins,
et cetera, plaatsen en aansluiten. Indien je niet beschikt over een stack board
test & debug dan kun je outputs ook testen met losse led's (met weerstanden!) of
met een multimeter.
Als de stack module helemaal klaar is kun je de configuratie in bv Rocrail
of iTrain aanmaken.
De
meeste voorbeelden staan in Rocrail en iTrain. Het belangrijkste verschil
tussen Rocrail en iTrain is dat Rocrail MADA-adressen gebruikt (bv adres
17 = adres 5 poort 1, adres 18 = adres 5 poort 2, etc) en iTrain FADA (bv
adres 17 = 17, adres 18 = 18. etc). Lager op deze pagina (scroll down) staan
meer voorbeelden van MADA- en FADA-adressering.
Let
op - Rocrail en iTrain ontwikkelen snel. Het kan daardoor
voorkomen dat de schermen op deze website net iets afwijken van de
oudere of nieuwere versie die jij gebruikt. Alle belangrijke settings
zijn genoemd, maar op het scherm kan het er net even wat anders uitzien...
Kies hier onder eerst de juiste combinatie van basis board (BB) en stack
board (SB):
LocoClient:
BB LocoClient - SB wissels
BB LocoClient - SB ontkoppelen
BB LocoClient - SB seinen LED
BB LocoClient - SB seinen LED met knipperfunctie
BB LocoClient - SB stroomdetectie
BB LocoClient - SB DC-outputs (accessoires)
De Rocrail & iTrain instellingen voor het basis
board LocoBuffer zelf staan reeds vermeld bij de desbetreffende bouwbeschrijving
in sectie 1.
Het stack board LocoBuffer hub heeft geen eigen
instellingen in Rocrail of iTrain, dat is een puur hardwarematige module.
DCC-EX:
BB DCC-EX - SB wissels
BB DCC-EX - SB ontkoppelen
BB DCC-EX - SB seinen LED
BB DCC-EX - SB DC-outputs (accessoires)
BB DCC-EX - SB stroomdetectie
De Rocrail & iTrain instellingen voor het basis
board DCC-EX zelf staan reeds vermeld bij de desbetreffende bouwbeschrijving
in sectie 1.
DCC-EX I2C:
BB DCC-EX I2C - SB wissels
BB DCC-EX I2C - SB ontkoppelen
BB DCC-EX I2C - SB seinen LED
BB DCC-EX I2C - SB DC-outputs (accessoires)
BB DCC-EX I2C - SB stroomdetectie
DCC-decoder:
BB DCC-decoder - SB wissels
BB DCC-decoder - SB ontkoppelen
BB DCC-decoder - SB seinen LED
Adressering
van wissels, seinen, ontkoppelaars en andere accessoires binnen Rocrail
is soms wat complex omdat adressen worden omgezet naar een combinatie Adres-Poort
(MADA, module adressering, blokken van 4). En terugmelders gebruiken FADA
adressering (lineair). Je leest er alles over in de
Wiki van Rocrail. iTrain gebruikt alleen FADA-adressering.
Bijvoorbeeld:
| DCC-adres |
MADA Rocrail |
FADA |
| of LN-adres |
Adres |
Poort |
Adres |
Poort |
| 1 |
1 |
1 |
0 |
1 |
| 2 |
1 |
2 |
0 |
2 |
| 3 |
1 |
3 |
0 |
3 |
| 4 |
1 |
4 |
0 |
4 |
| |
|
|
|
|
| 5 |
2 |
1 |
0 |
5 |
| 6 |
2 |
2 |
0 |
6 |
| 7 |
2 |
3 |
0 |
7 |
| 8 |
2 |
4 |
0 |
8 |
| |
|
|
|
|
| Et cetera |
|
|
|
|
Start een stack module bv bij adres 33 dan zijn de Rocrail settings als
volgt:
| DCC-adres |
MADA Rocrail |
FADA |
| of LN-adres |
Adres |
Poort |
Adres |
Poort |
| 33 |
9 |
1 |
0 |
33 |
| 34 |
9 |
2 |
0 |
34 |
| 35 |
9 |
3 |
0 |
35 |
| 36 |
9 |
4 |
0 |
36 |
| |
|
|
|
|
| 37 |
10 |
1 |
0 |
37 |
| 38 |
10 |
2 |
0 |
38 |
| 39 |
10 |
3 |
0 |
39 |
| 40 |
10 |
4 |
0 |
40 |
| |
|
|
|
|
| Et cetera |
|
|
|
|
Je kunt MADA-adressen ook berekenen:
((AdresRocrail -1) * 4 ) + PoortRocrail = DCC/LN adres
((10-1) * 4 ) + 4 = 40
Het
kan soms zo zijn dat je er met adressering net 1 adres naast zit. Dat komt
omdat sommige systemen tellen van 0-15 en andere van 1-16 om 16 kanalen
te adresseren. Zit je bv met 9-1 (33) in Rocrail net 1 adres te hoog, begin
dan bij 8-4 (dat is dus 1 adres lager). Of de andere kant op, en begin dan
bij 9-2 (1 adres hoger).
In de meeste modelspoorbanen zijn meerdere units verwerkt voor terugmelding,
seinen, wissels, ontkoppelen en andere accessoires. Het is dus aan te bevelen
om een adresplan te maken, waarin je vast
legt hoe je de adressen gaat indelen. Je hoeft niet alle adressen meteen
te gebruiken, je kunt ook ruimte open laten voor toekomstige uitbreidingen.
Bv:
- 20 2-spoels wissels:
Gereserveerd: adressen 1 tm 60
Nu gebruikt: adressen 1 tm 40
- 10 ontkoppelaars:
Gereserveerd: adressen 61 tm 80
Nu gebruikt: adressen 61 tm 70
- 20 3-lampsseinen:
Gereserveerd: adressen 81 tm 160
Nu gebruikt: adressen 81 tm 140
- 40 terugmelders:
Gereserveerd: adressen 161 tm 250
Nu gebruikt: adressen 161 tm 200
- DCC-EX I2C, 2 units:
Gereserveerd: adressen 800 en hoger
Nu gebruikt: adressen 800 tm 840
De
adressen van digitale (DCC-)locomotieven nummeren ook vanaf 1. Maar dat
is een aparte nummering, die los staat van de nummers (adressen) van DCC-
of LocoClient-accessoires. Je kunt dus een DCC-locomotief hebben met adres
1 en tevens een wissel met DCC- of LocoClient-adres 1. Dat werkt prima!
Deze sectie geldt alleen voor stack boards met outputs (wissels, seinen,
ontkoppelaars, etc). Voor stack boards met inputs (bv stroomdetectie en
de USB-hub) kun je dit deel verder overslaan. Die kun je aansluiten zoals
bij de bouwinstructies vermeld.
Als de stack module volledig gemonteerd en getest is, en is ingesteld
in bv Rocrail of iTrain, dan kun je de werking nogmaals veilig testen met
het stack board test & debug. Plaats het stack board test & debug op het
basis board waarop de definitieve sketch al staat (bv wissels, seinen, ontkoppelaars,
DC-output, etc). Gebruik dus de definitieve sketch om te testen en niet
de sketch die bij het stack board test & debug hoort (de knipperende led's,
dat was slechts een 1e test).
Let
op - Wees er zeker van dat bv wissels en ontkoppelaars (elektromagneten)
een pulse krijgen van bv 200-300ms en dat ze niet constant stroom krijgen
en dus constant aan staan (tenzij ze een automatische eindafslag hebben).
Dat trekt de motormagneet niet (die wordt dan uiteindelijk te warm en gaat
kapot). Ook voor de voeding wordt het een beetje veel als er 10-20 wissels
constant stroom krijgen ipv een korte pulse. Indien je wissels een automatische
eindafslag hebben dan is het altijd safe!
Testen kan ook met losse led's met een weerstand
of met een multimeter, maar dat is wel veel minder praktisch dan het gemak
van een stack board test & debug. Dan zie je precies aan de led's
wat er gebeurt bij aansturing door bv iTrain of Rocrail. Dit is uiteraard
alleen zinvol bij stack boards die output leveren (dus geen terugmelding
bijvoorbeeld, dat is input, dan brandt er niets).
Is alles oké, dan volgt de allerlaatste test: plaats het stack board
(bv wissels) op het basis board, stuur de stack module aan vanuit de modelspoorsoftware
en test de outputs (spanning V) met een multimeter (sluit de baanonderdelen
nog niet aan).
Indien
de juiste spanning en het juiste schakelgedrag door de multimeter wordt
weergegeven op alle outputs van het stack board, dan kun je de baanonderdelen
(wissels, ontkoppelaars, seinen, servo's etc) op de stack module aansluiten
en testen vanuit bv Rocrail.
Controleer dit goed voordat je accessoires
op de baan ook echt aansluit...!
Klik op de links om de bouwinstructies te openen:
DCC-EX Command
Station
Integrale voeding 18, 16, 12, 6 en 5 volt
|